'Piespas'
In 2008 had ik een afscheidsinterview voor De Oud Rotterdammer met de toenmalige burgemeester van Rotterdam, Ivo Opstelten. Het was een kort, maar diepgaand vraaggesprek. Aan het slot zei hij: ,,Niemand hoeft mij verder te vrezen.’’
Dat werd ook de kop boven mijn verhaal. Expliciet en exclusief vertelde hij dus aan mij dat er een einde was gekomen aan zijn politieke loopbaan.
Een jaar later werd hij waarnemend burgemeester van Tilburg en in 2010 volgde zijn benoeming als minister van Veiligheid en Justitie… tot op de dag van vandaag.
Hoezo dus niet meer te vrezen?
Zijn woord had in die zin een niet al te lange houdbaarheidsdatum. Daarnaast bekende hij in dat interview aan mij dat hij het liefste als acteur op het toneel staat.
Dat doet hij nog steeds met veel verve.
Nu dus in de rol van minister.
Wie hem bijzonder goed kent van vroeger is zijn medestudent in de rechten, mr. Manuel Kneepkens. Ooit was Manuel voorzitter van de Stadspartij die ik destijds samen met hem oprichtte.
Als ‘luis in de pels’, maar ook als protestpartij in die tijd tegen de hegemonie van de PvdA in de stad.
Vorige week vertelde Kneepkens mij kleurrijke details over de jonge Ivo Opstelten in de studentenvereniging. Vanwege zijn omvangrijke lichaam werd hij als ‘commissaris bouncer’, aangesteld.
Dus een soort van portier, c.q. uitsmijter. Ivo moest baldadige medestudenten buiten de deur houden. Manuel was destijds als tweedejaars ‘de baas’ over de beginnende Opstelten. Hij vertelde mij de ene na de andere anekdote over de jonge Ivo.
Hier kan ik zeker nog vijf columns mee vullen…
De laatste keer dat ik Ivo Opstelten tegen kwam was in het Rotterdamse Bibliotheektheater in gezelschap van zijn vrouw Mariëtte Dutilh. In het dagelijks leven is zij rechter. Een charmante dame.
Manuel Kneepkens: ,,Als je aan rolverdeling gaat doen is Ivo dus ‘Heer Bommel’ en Mariëtte zijn ‘Tom Poes’. Dus zij verzint al zijn listen….’’
Toen ik Opstelten in dat Bibliotheektheater aansprak was hij bezig met de uitvoering van de ‘wietpas’. Die is er tot groot geluk van mensen die daar verstand van hebben nooit gekomen.
Omdat veel burgers in de stad, zowel mannen als vrouwen, last hebben van plasproblemen stelde ik aan Opstelten voor om in plaats van de wietpas, ‘De Piespas’, te gaan invoeren.
Ivo bulderde van de lach.Waarop zijn Mariëtte net zo hard lachend zei: ‘Moeten we doen, Ivo. Goed idee!’
Opstelten met twinkelende oogjes: ‘Ja en dan krijg jij van mij als eerste ‘De Poespas!’
(Wordt vervolgd).