Bolle Frans en de Schouw
Nu het lot van het voormalige journalistencafé De Schouw aan de Rotterdamse Witte de Withstraat in de huidige vorm aan een zijden draad hangt is het de tijd om een reeds overleden barkeeper, Bolle Frans, in het zonnetje te zetten.
Mijn collega Jim Postma heeft al eens geschreven dat we van een neef van deze man het sterke vermoeden hebben gehoord dat hij ook voor de Binnenlandse Veiligheids Dienst (BVD) werkte omdat hij nog wel eens iets opving van het verzamelde journaille. Ik weet in ieder geval dat toen Rien Robijns en ik bezig waren met de Lockheed affaire hij wel eens vroeg: ,,Waar hebben jullie dat toch allemaal vandaan?” We waren toen al gewaarschuwd door een hoge ambtenaar van het ministerie van Algemene Zaken dat onze telefoons werden afgeluisterd door de BVD. Dus zeiden we schouderophalend: ,,Dat komt allemaal uit Liechtenstein, Zwitserland en de VS.”
Maar hij was wel een zeer apart type. Hij kon de zaak aan de gang houden met vrolijke en soms pijnlijke opmerkingen. Uiterst slim en vooral bedacht op zijn eigen voordeel. Wanneer bij sommige klanten koning alcohol meer dan normaal had toegeslagen kreeg de vork waarmee hij verteringen noteerde steeds meer tanden. Wanneer hij je mocht en als je protesteerde tegen de hoogte van de rekening was hij niet kinderachtig . Hij sprak dan ruimhartig: ,,Doe maar de helft.”
Autoriteitenvrees had hij niet. De hoofdredacteur van Het Vrije Volk Herman Wigbold stond niet bekend als een gulle rondjesgever. Op een avond vroeg hij Bolle Frans of zijn twee verteringen even konden blijven staan. ,,Natuurlijk Herman. Dat is volgens mij het enige dat je nog kunt laten staan.”
In de tijd dat de Schouw ook tussen de middag open was werd omstreeks die tijd driftig geklaverjast door wat mannen uit de scheepvaartwereld. Zij dronken daarbij jenever en niet zo weinig.
Toen de Schouw een weekje dichtging vanwege wat verbouwingen en waarschijnlijk ook een broodnodige schoonmaakbeurt, moesten zij verkassen naar een andere zaak.
Volgens een secretaresse kwamen zij ‘s middags ladderzat op hun werk. Zij hadden die keer echte jenever gedronken. En niet de aangelengde limonade van Bolle Frans.